Iedereen doet mee

Elk kind is anders.
Kinderen  verschillen in hun ontwikkeling en in hun mogelijkheden. Dit betreft zowel lichamelijke, intellectuele als sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen hebben verschillende behoeften als het gaat om bescherming of uitdagingen, controle, zelfstandigheid en het om kunnen gaan met prikkels. De omgeving heeft invloed op het welbevinden en de leerprestaties van kinderen, maar er is geen eenduidig antwoord op de vraag welke omgeving het beste voor kinderen is . Het perfecte gebouw voor iedereen bestaat niet. Wat voor het ene kind een bedreiging betekent, is voor een ander kind juist een stimulerende uitdaging.

iedereen doet mee

In ons onderzoek “SAMEN! Passende huisvesting voor passend onderwijs” wijzen we op de mogelijkheid om door middel van de vormgeving en de structuur van het gebouw rust en bescherming te creëren waarmee elk kind een (uitvals)basis wordt geboden waarmee het de uitdagingen binnen de school aan kan gaan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de overgangen tussen twee ruimtes, zoals tussen het klaslokaal en de gang, tussen de gang en de hal of de entreezone. Als een kind de gelegenheid krijgt om visueel of akoestisch al informatie te vergaren over de mensen en activiteiten in de andere ruimte, dan biedt dit een veiliger gevoel dan wanneer het kind geheel onvoorbereid een andere ruimte binnengaat. Rekening houden met verschillende soorten kinderen houdt ook in dat de vormgeving een keuze aan veilige en uitdagende opties aanbiedt. Denk bijvoorbeeld aan een pad op het schoolplein met een leuning met daarnaast een alternatieve route met stepstones. Op zo’n manier kan de architect anticiperen op de diverse behoeften van kinderen.